Uitleg zondagochtend 1 december, 1e Advent
Voorganger: ds. L. van Weijen
Bijbelgedeelten: Jesaja 1:1-3,13-17 en Lukas 21:29-36
Eerste Advent
Gemeente van de Heer Jezus Christus,
Gods woord maakt verschil. Is dat zo, als we om ons heen de wereld in kijken? Deze Adventsperiode en de dagen van Kerst zullen er profeten in ons midden klinken. Maken profeten met die woorden van God verschil, of zijn het maar lastige mensen, nu in onze wereld, en toen in de tijd van Jesaja?
Jesaja leeft zo tussen 750 en 700 voor Christus. Het boek Jesaja bestaat uit 3 delen, maar dit eerste gedeelte speelt zich af tijdens de Assyrische overheersing. Jesaja waarschuwt het volk Israël dat ze op een heel verkeerde weg zijn. Sommigen in onze tijd doen alsof Israël heilig verklaard is, het is al verwarrend wie je dan precies bedoelt, het Joodse volk, de staat Israël? De regering van Israël? Alle Israëlieten?
Juist in de bijbel laten de stemmen van de profeten horen hoe vaak Israël een eigen weg gaat en God en zijn geboden aan de laars lapt. Jesaja gebruikt een ingrijpend beeld: De Heer heeft zijn kinderen, zijn oogappels opgevoed en grootgebracht. Maar ze zijn een opstand tegen hun Vader begonnen. Een rund en een ezel nota bene herkennen en zijn trouw aan hun meester, maar Israël mist elk inzicht over hun God, dit volk is geheel onwetend…….
Moet je je voorstellen dat God zich van jou afwendt. Dat God het niet aan kan zien wat jij doet…. Het gaat bij de Eeuwige altijd om de daadwerkelijke inhoud: Woorden en daden horen met elkaar overeen te komen. In het Hebreeuws klinkt hetzelfde woord voor woord en daad.
Profeten waarschuwen met dat aloude refrein en het is nog steeds actueel: Kijk om naar de wees en de weduwe, kijk om naar al wie kwetsbaar is om je heen en dat geldt zelfs voor de vreemdeling die in je buurt terecht gekomen is………
Even tussendoor, we hebben het aan deze eerste woorden van Jesaja te danken dat de os en de ezel in de stal terecht gekomen zijn en dat heeft weer met Sint Franciscus te maken, want Lukas vertelt niets over een stal met een os en een ezel. Lukas vertelt wel over de komst van de Heer. Zeker op de Eerste Advent lijken de verwachtingen in elkaar te schuiven. De waarschuwingen voor die dag van de Heer, voor de komst van de Heer en de verwachting van een Kind dat geboren zal worden.
Lukas heeft ongetwijfeld geweten van de verwoesting van Jeruzalem, de stad is met de grond gelijk gemaakt. Misschien heeft hij het wel aan de lijve ervaren. Het zal toen voor hem geweest zijn alsof aarde en hemel zouden vergaan. Zoals dat nu voor iedereen voelt, wanneer de stad waarin je woont met de grond gelijk gemaakt wordt.
Lukas gebruikt beelden vanuit die vreselijke ervaring, maar hij spreekt de mensen ook hoop en moed in. Hemel en aarde verdwijnen, maar mijn woorden, de woorden van God verdwijnen nooit.
Die woorden die mensen moed inspreken dat er een liefdevolle God is die zich over mensen ontfermt, zoals een herder over zijn schapen. Een God bij wie je van generatie op generatie veilig bent. Die jouw geluk voor ogen heeft. Maar ook een God die mensen oproept tot recht en gerechtigheid.
Durf je daar op te vertrouwen, ook als je de uitslag van de stemming over het opheffen van onze gemeente gehoord hebt? Durf je daarop te vertrouwen als je de diagnose rond een ernstige ziekte te horen krijgt? Durf je daarop te vertrouwen als alles om je heen instort. Want het zijn wel grote woorden: Hemel en aarde verdwijnen, maar mijn woorden verdwijnen nooit.
Het koninkrijk van God is nabij. Het lijkt erop dat Lukas tegen de mensen zegt: Jullie gaan het allemaal nog meemaken. Bedoelt hij dan al die verschrikkelijke dingen? Of het koninkrijk van God?
Wij leven eeuwen na Lukas. Door alle eeuwen heen gebeuren er verschrikkelijke dingen, tot op vandaag. Het koninkrijk van God? Het is al begonnen zeggen we……..maar zien we het ook? Zien we de tekenen?
In mijn studietijd, in de tijd van de protesten tegen de kruisraketten hoorde ik ooit een jonge vrouw op de radio die heel overtuigd was en zei, laat de kernoorlog maar uitbreken, dan zal de Heer terugkomen. Ik ben daar zo van geschrokken dat ik het nooit vergeten ben. Zal de dag van de Heer zijn zoals in Hiroshima en Nagasaki, terwijl de kernbommen vele malen sterker zijn dan de atoombommen die toen vielen. Zou de Heer geen andere wijze hebben dan al het leed dat mensen tot op vandaag elkaar aandoen? Ik weiger dat te geloven.
Wanneer ik mensen hoor zeggen dat alle tekenen erop wijzen dat het eind der tijden aangebroken is en de Heer spoedig zal komen, dan word ik heel terughoudend. Ik heb meer met die uitspraak van Maarten Luther: Als de Heer morgen terugkomt, dan plant ik vandaag nog een appelboom.
Of met die woorden van Jesaja: Breek met het kwaad, leer goed te doen. Zoek het recht, houd tirannen in toom, kom op voor de wezen, en sta de weduwen bij.
Dat heeft met waakzaamheid te maken, met vertrouwen, Met onophoudelijk bidden om kracht en wijsheid. God als dat grote klankbord in de onmacht van ons bestaan. De moed om niet afgestompt te raken door alles wat er in onze wereld gebeurt. De moed om ons er niet aan te onttrekken door de roes van wat dan ook maar.
Ik geloof van harte dat de woorden van God verschil kunnen maken, ons waakzaam en alert en op de been houden totdat Hij komt. Daarom hebben we die eerste kaars aangestoken als een eerste lichtje van hoop tegen de duisternis om ons heen. Daarom zien wij uit naar de geboorte van een kind dat genoemd wordt met de naam Immanuel: God met ons.
Amen