Meditatie

Na Pasen
Inge Lievaart heeft een mooi gedicht geschreven over Petrus’ verloochening (uit: Een
stem heel dichtbij, Boekencentrum):

Hij niet
hij zal de meester niet verlaten
op hem kan Jezus bouwen
zijn trouw gaat tot de dood
maar dan
een vrouwenstem
het wijzen van een vinger:
ook hij hoort bij die mens
daarbinnen voor de rechter
en al zijn overmoed is weg
hij krimpt ineen
tot de ontkenning van zichzelf
ontkenning van zijn liefde
en loochent dat hij Jezus kent.
Zo diep de nacht
maar reeds ontwaakt de haan
en kraait en kraait –
zo diep de nacht
maar Jezus zoekt zijn blik
en kijkt hem aan:
licht dat naar binnen slaat
waarin hij wordt gekend
zichzelve kent:
ten dode toe beschaamd
toch totter dood bemind.


Hoe kun je verder als je een leugen met je meedraagt? Tot drie keer toe ontkende
Petrus op de binnenplaats bij het paleis van de hogepriester dat hij een volgeling van
Jezus was.

In het gedicht dringt het licht door wanneer Jezus Petrus aankijkt. Na zijn opstanding zoekt Jezus de leerlingen op. Ook Petrus. Juist Petrus. De man die hem heeft laten vallen. Jezus wil dat de band met Petrus wordt hersteld. Hij moet een nieuwe kans krijgen. Jezus zegt als het ware: ‘Petrus, ook jij bent zo waardevol voor mij, dat je in de toekomst mijn kudde, mijn schapen en lammetjes, mag weiden.’ (Johannes 21).

Schuldgevoelens, wie kent ze niet? Schuld die je voelt zitten, waar je last van hebt, waar je soms wakker van ligt of over moet huilen. Je kunt je schuldig voelen omdat je geliefde in een zorginstelling zit. Je kunt er helemaal niets aan doen. Thuis ging het niet meer, maar iedere keer als je op bezoek bent geweest, voel je je schuldig. Je kunt je schuldig voelen omdat je ruzie hebt gemaakt. Omdat je jezelf hebt bevoordeeld ten koste van de ander. Zoveel redenen, zoveel situaties.

Het verhaal in Johannes 21 laat zien hoe Jezus omgaat met mensen die de band van vriendschap hebben verbroken. Hij laat Petrus niet zomaar los. Jezus spreekt Petrus aan op wat hij wellicht verdrongen heeft. Zouden wij misschien een verwijtende of boze toon aanslaan, bij Jezus horen we dat niet. Jezus vraagt naar wat zij samen hebben, naar hun relatie. Hij vraagt naar hun vriendschap. ‘Simon, houd je van Me?’ Petrus is er verdrietig van. Tot drie keer toe die vraag en tot drie keer toe de bevestiging ‘Ja Heer, U weet dat ik van U houd!’ Hier breekt het licht echt door, hier vindt vergeving plaats; bevestiging van de vriendschap.

Zo komt God tot de mens, door Jezus, om ons te verlossen van al onze schuld. Hij spreekt ons aan op onze band. Niet ‘zand erover’. Nee, deze ontmoeting op het strand heeft de nieuwe kleur van het leven in de tijd ná Pasen. Voor Petrus begint er iets nieuws, iets wat nog mooier en beter is.

Misschien herkennen we iets van onszelf in Petrus? Aan de ene kant onze passie om de Meester te volgen, aan de andere kant momenten waarop je het gewoon niet meer weet. Maar, gelukkig, Hij roept je toe op het levensstrand: ‘Lieve kinderen, hebben jullie iets te eten?’ Zelfs met lege netten mogen we naar Hem toe! Leven vanuit Pasen is leven vanuit een nieuw begin. Jezus gunde dat aan zijn leerling
Petrus. Hij kon niet verder met een leugen op zijn hart.

Jezus gunt het ook aan ons. Wat krijgen wij als mensen veel kansen om Pasen te vieren! Het feest waarbij het leven sterker is dan de dood. De opgestane Heer is ons daarin voorgegaan en wij mogen hem, als een Petrus of Petra, navolgen.

Ds. Bertine van de Weg