Meditatie
Geweven was Hij in haar schoot.
Gezegende onder de vrouwen.
Onder haar hart werd Hij gedragen en gekoesterd.
Geboren in een wereld waar geen plaats was voor nieuw leven.
Ontvangen in grote dankbaarheid en omgeven door vader- en moederliefde.
Al die verwonderde gezichten gebogen over dit kwetsbare jonge leven.
Het werd de hoogste tijd. Als geroepen kwam Hij.
In deze Messias wilde God zelf in de mensenmassa doordringen. In de wonderlijke en ook rauwe werkelijkheid van mens-zijn wilde God delen. Mens onder de mensen. De Gezalfde bestond in God en de mensen bestonden in Hem.
Gebukt zou een mens toch gaan onder de druk van al die verwachtingen. Moe en moedeloos zou een mens worden van die voortdurende tegenstand. Wankelen zou een mens van allen die in wanhoop aan zijn mantel trokken. Eenzaam zou een mens worden om altijd maar meer te geven dan te ontvangen.
Het werd de hoogste tijd. Geroepen was Hij. Gods Zoon die hemel en aarde verbindt. Die harten vult met geloof en vertrouwen. Een Licht dat de duisternis verzwakt en uiteindelijk te niet doet. Niets jaagt ons nog angst aan, want deze Verlosser is reddend nabij.
Jezus trok de sporen van steeds weer een nieuw begin; door de wereld, door de levens van vrienden en vreemden. Bezielend wat koud is en versteend, herbouwend wat is vernield, één maakte Hij wat is verdeeld. Jezus heeft de zijnen niet verlaten, van generatie op generatie is die Heilige verbondenheid gebleven. Door de Heilige Geest mogen wij inzien dat wij zelf geroepen zijn. Getekend door mededogen en ontferming. Genodigd licht uit te stralen en het licht in anderen te behoeden. Knielen bij het kleine en het weerloze en niet buigen voor meedogenloze machten.
Tot Zijn gedachtenis blijven wij bidden om dat Koninkrijk, om de hemelse vrede waar deze wereld zo op wacht. Tot Zijn gedachtenis delen wij brood en wijn, omdat de Levende Heer ons hierin verzoening en vergeving aanreikt. God zij dank voor allen die herbergzaamheid bieden, beweging brengen, toenadering zoeken, ruimte vinden voor medemenselijkheid. Zichzelf zien in de ogen van de ander en de Ander zien in hun eigen ogen.
God zij dank zijn er nog zoveel plekken waar God uit volle borst bezongen wordt: om Zijn trouw, om zijn niet aflatende geloof in ons. God zij dank mogen we steeds weer bidden om de Heilige Geest: onophoudelijk aan het werk, ontegenzeggelijk, eigenwijs, krachtig, verborgen en merkbaar.
Maar laten we ons ook in Godsnaam zorgen blijven maken, laat ons hart onrustig blijven, laten we niet met lege en mooie woorden verhullen dat het leven onbestaanbaar kan zijn. Dat het leven voor zovelen onbestaanbaar is. Laat Gods woord van liefde, vrede en recht, onder ons gezegd blijven en ons steeds waakzaam houden.
Er is een toekomst vol van hoop, dat heeft God aan ons beloofd. Door de geboorte van Jezus Christus te vieren, worden wij daaraan herinnerd. En tot die tijd is het niet alleen “stil maar, wacht maar”. Maar binnen ons vermogen, in onze leefwereld, hoe klein ook, kunnen we allemaal het verschil maken. Sporen van de Messiaanse weg kunnen overal oplichten. Groots en overtuigend. Klein en bescheiden.
Ere zij God daarvoor!
Ds. Liesbeth Jansen-Gort